Vandaag had ik een gesprek met een collega waarin wij ons realiseerden dat de manier waarop Aventurijn werkt toch wel heel anders is dan hoe de meeste docenten gewend zijn om les te geven. We merken steeds weer hoe moeilijk het is voor ouders en (nieuwe) begeleiders om dat wérkelijk te doorgronden en er ook op te vertrouwen.
Je kunt natuurlijk wachten tot de student vraagt om bijvoorbeeld een wiskundeles en dan vervolgens die student de gevraagde les voorschotelen. Voordat een leerling echter tot het stellen van die vraag kan komen zullen er aan een aantal voorwaarden moeten zijn voldaan:
1. De leerling moet weten wat bijvoorbeeld “aardrijkskunde” is voordat het er om kan vragen. Vaak is het beeld dat een leerling heeft van een vak echter nog beperkt of gekleurd door eerdere ervaringen.
2.De student moet zich realiseren dat het juist “natuurkunde”, of een ander vak, is waar het behoefte aan heeft. Soms zijn vragen nog niet zo expliciet.
3. De leerling zal vaak over een aantal mogelijke blokkades heen moeten stappen voor het om een les kan vragen. Zo kunnen er bijvoorbeeld blokkades en vooroordelen op bepaalde vakgebieden zijn, maar ook het überhaupt kunnen vragen om een les kan lastig zijn. Sommige kinderen vragen geen les omdat ze bang zijn er dan vervolgens de komende tijd aan vast te zitten. Deze blokkades kunnen er zijn door bijvoorbeeld eerdere ervaringen met diverse lesvormen of omdat de traditionele lesvorm nou eenmaal niet iedereen past.
Als het dan uiteindelijk zover is, het kind heeft om een les gevraagd, komt de begeleider in beeld. Hoé wordt de les aangeboden… met spelletjes, boeken, traditioneel, vernieuwend? Was de vraag van het kind om die bepaalde les ook werkelijk de vraag om die les, of lag er wellicht een andere vraag of verwachting onder?
Kortom er is veel mogelijk. De hierboven beschreven route zal door een aantal kinderen op Aventurijn ook zeker gevolgd worden. Maar veel kinderen komen niet zover omdat zij nog niet in staat zijn de hierboven beschreven stappen te overwinnen. Willen zij dan niet leren? Ik zie om mij heen in wezen alleen maar hele nieuwsgierige kinderen die van alles willen leren, dus ook wiskunde, Engels, techniek, Geschiedenis etc.
Er is echter ook een geheel andere route om tot leren te komen. Dit is een manier van leren die wij in de loop der jaren hebben ervaren als misschien wel de meest waardevolle, intense manier van leren. Dit is het leren vanuit de relatie die tussen twee mensen ontstaat. Dit kan zijn de relatie tussen een volwassene en een kind, maar ook tussen twee kinderen of twee volwassenen. Ik zal voor nu mij beperken tot de relatie tussen een begeleider en een jong mens.
De begeleider of vakdocent werkt in eerste instantie aan het opbouwen van een relatie met een leerling. Gewoon een spelletje doen, een praatje houden, grapjes maken of je samen verdiepen in een vak/onderwerp dat misschien ogenschijnlijk niets met je eigen specialiteit te maken heeft maar wat wel een gedeelde interesse kan zijn. Kortom twee mensen leren elkaar kennen, waarderen en “ont-moeten”. Vanuit de relatie die er ontstaat, ontstaat ook vertrouwen en nieuwsgierigheid naar elkaars kennis en kunde. De wiskunde leraar zou bijvoorbeeld een boswandeling kunnen maken met een paar leerlingen. Vanuit dat wat er voorvalt kunnen er vragen ontstaan die de wiskunde leraar beantwoord vanuit zijn levenservaring die nu eenmaal voor een deel op het gebied van de wiskunde ligt. Zo berekenden wij tijdens een gewone boswandeling bijvoorbeeld ooit de snelheid van de stroom in een beek. Waren er andere mensen meegegaan, dan waren er wellicht ook andere vragen en antwoorden ontstaan.
Zo ontstaan er lessen vanuit bezigheden die geen lessen lijken, de lessen worden dan ook vaak niet als les ervaren. Door de kinderen niet, maar ook volwassenen zien het vaak niet of pas na een lange tijd meedraaien op Aventurijn. Zo sprak ik vandaag in de wandelgangen met een jongen over kernenergie, ontstond er gisteren een gesprek over verslaving, wilde een aantal jongeren meer weten over de organisatiestructuur en deed mijn collega een nieuw bordspel met een aantal jongeren waarbij je hersens hoorde kraken tussen de lachsalvo’s en gezelligheid door. Bij welke vakken brengen we dit alles onder?
Als je als mens durft te zijn met de kinderen dan hoef je ook niet meer alles te weten, soms is het zelfs beter als je iets niet weet:
Er kwam een nieuwe vakleerkracht een dagje meedraaien. Tijdens het studie uur deed hij met een leerling IQ puzzels. Tot genoegen van de leerling wist deze leerkracht de oplossingen niet. Voor deze specifieke jongen was het geweldig om te ervaren dat hij het beter wist dan de leerkracht én werd hij uitgedaagd een en ander uit te leggen. Wij zagen hem zelden zo intens en betrokken met veel plezier bezig. Het kostte ons even tijd om de nieuwe vakdocent duidelijk te maken dat hij het niet beter had kunnen doen dan op deze manier, voor deze specifieke leerling. Dat het sámen puzzelen veel waarde had bewees de opmerking van zijn moeder de volgende dag: “Wat hebben jullie gedaan gisteren, hij was zó enthousiast!”
Maar wees gewaarschuwd: Als je je op deze manier , vanuit je menszijn, met onderwijs bezig houdt zou je zomaar jezelf tegen kunnen komen en dat is soms best confronterend. Daar komt dan wel bij dat je ook de andere mens werkelijk gaat zien en dat maakt dat hele mooie vriendschappen mogelijk. Leeftijd is dan ondergeschikt.
Leerzaam hoor, maar….bij welk vak hoort dit dan?
Hannah de Vos-Beckers
Heb je vragen over Aventurijn? klik hier
Posted in: Algemeen, blog schoolleider, Publiciteit.
Heerlijk verhaal 🙂
Wat goed om dit te lezen. Het bevestigd voor mij hoe belangrijk de relatie en de gelijkwaardigheid is op een democratische school. Door jou verhaal heb ik me voorgenomen om weer opnieuw meer in de school mee te doen. Spelletje doen, me in een gesprek mengen, samenwerken in kringen en vooral meedoen met wat zij aan het doen zijn. Zo belangrijk! Dank je wel.
Hannah, Je weet steeds weer opnieuw de kern te raken. Dat inspireert en geeft vertrouwen.
Dank.