Donderdagmiddag, half drie. Er wordt op de deur geklopt. Een vrouw excuseert zich en vraagt of ze mij even kan spreken. Ze is ten einde raad, het gaat niet goed met haar zoon op school; ze is op zoek naar een plek waar hij gelukkig kan zijn.
Op mijn vraag hoe oud haar zoontje is luidt het antwoord zoals ik reeds verwachtte: “Hij is 10 jaar.”
Helaas kon ik deze moeder niet helpen. Ik zou namelijk wel een hele school kunnen oprichten voor jongens van deze leeftijd. Wat is er toch aan de hand? Wat hebben deze kinderen nodig dat ze niet kunnen vinden in het reguliere onderwijs?
Ik observeer wat jongens tussen de 9 en 12 doen op Aventurijn, een school waar ze de ruimte krijgen om hun eigen activiteiten te zoeken. Wellicht kunnen daaruit wat ideeën ontstaan die ook in het regulier onderwijs zouden kunnen leiden tot het beter functioneren van jongens in deze leeftijdsgroep.
Wat mij als eerste opvalt is dat ze doorgaans veel energie stoppen in het leren hanteren van hun emoties. Veel ruzietjes, boze buien, geniepig plagen, macht uitoefenen over anderen etc. Allemaal gedragingen die wij ‘vredelievende’ volwassenen liever niet zien.
Steeds meer zie ik dat dit soort gedrag essentieel is voor het groeien en rijpen van het kind; hij is geen ‘pester’, ‘geniepig joch’ of ‘ongeleid projectiel’. Het is een manier van ondervinden en uitzoeken waar grenzen liggen, wat wel en niet kan, hoe je je emoties hanteert en waar je krachten liggen.
Als begeleider kan je dit onderdrukken; het is immers ongewenst gedrag. Je kunt echter de kinderen ook helpen met al die gevoelens en emoties om te gaan. Zo sprak ik, na een flinke woede uitbarsting, eens met een knulletje over zijn enorme kracht. Dat zijn kracht dingen kapot kan maken, maar dat hij er ook andere dingen mee kan doen. Dat hij degene is die dat in de hand heeft.
Als wij zoiets oppakken met een kind is het uiteraard ook van belang te zien wanneer het kind zijn best doet zijn kracht op een andere manier te gebruiken en hem daarin te ondersteunen.
Mooi is te zien dat als ze ouder worden ze vaak heel beschouwend en begripvol kunnen zijn naar de jongere kinderen. Zo zei Marco (14) tegen Henk (11) die zich ergerde aan het bozige gedrag van een ander: “Weet je nog dat jij vorig jaar ook zo was? Het gaat vanzelf over joh, hij leert het wel.”
Daarnaast zie ik dat de jongens doorgaans een heel andere manier van leren hebben dan meisjes van deze leeftijd. De meisjes genieten van ‘gewone’ lessen met boeken, schriftjes, huiswerk, knutselen en een beetje giebelen tussendoor.
Jongens tot een jaar of 11-12 schrijven zich zelden in voor een traditionele les. Zij zijn de hele dag druk met hutten bouwen, fietsen , technisch lego, spelletjes etc. Het lijkt of zij op een hele andere manier leren dan hun vrouwelijke leeftijdsgenootjes.
Zo werd er met natuurkunde les een afstandsbestuurbaar vliegtuig gebouwd. Er werd gezaagd, gesneden, gemeten en geplakt. Tussendoor werd er een heleboel verteld over aerodynamica en andere technische en natuurkundige begrippen. De heren hingen aan de lippen van de leerkracht. Zodanig zelfs dat tijdens een excursie op een vliegveld een van de jongste knulletjes de instructeur nog op een foutje kon betrappen.
Ik ben nog geen jongen tegen gekomen die wil leren schrijven om het schrijven, bijvoorbeeld in een schriftje. Het schrijven gaat tussendoor; als ze het nodig hebben.
Henk(11) werd aangemeld als dyslectisch, en weigerde steeds te schrijven. Wij hadden een Spaanse stagiaire op school. Hij wilde haar Nederlands leren en zij hem Engels. Zo maakten zij samen een spelletje waarbij ieder woorden schreef bij een tekening.
Het lijkt of het voor jongens van belang is dat dat wat ze doen en leren ook zinvol is.
Ook lijkt het of ik als vrouw niet volledig dat kan geven wat zij nodig hebben. De mannelijk begeleiders lijken onontbeerlijk: even stoeien, stoere verhalen vertellen, krachten meten, maar ook merken dat een man gevoelig kan zijn en open kan spreken over zijn belevingen.
Het klinkt allemaal zo vanzelfsprekend, maar in een tijd dat man en vrouw gelijk zijn, lijkt het een taboe te spreken over de verschillende behoeften van de een of de andere groep. Maar ik denk dat het belangrijk is je realiseren dat man en vrouw gelijkwaardig zijn en dat we juist daarom de verschillende behoeften zullen moeten erkennen. De behoeftes van jongens zijn doorgaans nou eenmaal wezenlijk anders dan die van meisjes!
Tips voor op school:
-
Gebruik het schoolplein ook na de pauzes. Misschien is het een idee om wat jongens buiten activiteiten te laten doen. Vrij spelen, of in het kader van een les: bouw een leemhut met geschiedenis, of meet het plein op met rekenen…
-
Zorg dat er technisch speelgoed is in de klas; niet voor als het werk af is, nee, dit IS belangrijk werk! (Denk aan technisch lego, fischer techniek, Knex etc.)
-
Zorg voor veel beweging tussen de lessen; al is het maar even op je stoel gaan staan of 10 kniebuigingen doen.
-
Leg het taalboek eens wat vaker opzij en bedenk spannende zinvolle opdrachten waarbij toevallig ook moet worden geschreven. Ik denk aan een brief aan de koningin, een eigen bordspel maken, een website bouwen, geheimschrift verzinnen etc.
-
Vraag de kinderen hun droomschool te beschrijven en ga daarna kijken welke van hun ideeën in de concrete klassituatie gerealiseerd zouden kunnen worden.
-
Probeer tijd en ruimte te creëren waarbij je de kinderen werkelijk kunt begeleiden bij hun emotionele ontwikkeling.
-
Ben je juf? Nodig eens wat vaker mannen uit: vaders, opa’s, buurmannen en vrijwilligers die met een aantal knullen willen timmeren, hardlopen, hun levensverhaal willen vertellen of gewoon meedraaien in de klas.
Tagged: Educare.