Aanvoelen en observeren

Hannah de Vos-Beckers schrijft regelmatig in het tijdschrift Pure child 

Deze keer over intuïtief onderwijs.

Op de meeste scholen weet men hoe een kind leert. Je hebt immers methodes, die volg je, en dan is het automatische resultaat dat aan het einde van de rit het kind de stof  min of meer kent. De vraag is echter of dit voor alle kinderen wel de juiste weg is. Er vallen immers veel kinderen uit. Zij krijgen dan een stempel of gaan met tegenzin naar school. De vraag is of een meer intuïtieve benadering effectiever kan zijn.

Op Aventurijn wordt het onderwijs meer op een intuïtieve wijze aangevlogen. Hannah de Vos-Beckers, oprichter en schoolleider, vertelt er meer over.

Leren in een lijn

Het traditionele leren, noem ik wel :”leren in een lijn” ofwel ééndimensionaal leren. Daar tegenover staat het 3 D leren: kinderen die leren vanuit een geheel, een context; van het één komt het ander. Je volgt als het ware de flow van het kind (groep). Soms begin je vooraan, soms achteraan of ergens in het midden. Op Aventurijn proberen we zoveel mogelijk te leren vanuit het geheel, de context. Wat je dan ziet is dat kinderen intrinsiek betrokken zijn bij dat wat ze leren en vaak niet eens door hebben dát ze leren.

Vandaag had een knul van 14 geschiedenisles over de Eerste Wereldoorlog . De begeleider stelde hem voor een grote kaart te maken waarop allerlei zaken zouden kunnen worden aangegeven en opgetekend. Dat leek hem wel wat. Toen eenmaal de kaart en het overtrekpapier  klaar lagen, konden ze beginnen: alhoewel… Er ontstond een gesprek over de schaal, de maten. Er werden berekeningen gemaakt alvorens er getekend werd. Toen ze eenmaal bezig waren kwamen de verhalen over de oorlog; feitjes, gevoelens, dilemma’s etc.

Deze geschiedenisles geeft aan hoe spontaan ingaand op dat er zich aandient heel wat “vakken” de revue gepasseerd zijn. De begeleider stond intuïtief open voor dat wat er op dat moment voor deze jongen nodig was en waar openheid voor zou kunnen zijn. Want als het kind écht geboeid is kan er pas werkelijk geleerd worden.

Ander voorbeeld:

Na de gym

les kwamen de kinderen terug op school en vonden een egeltje op de parkeerplaats. Het beestje leek er niet best aan toe. Er werd druk gesproken over wat er aan de hand was en wat we zouden kunnen doen. Het diertje werd in een doosje gelegd ( niet aanraken!) en de dierenambulance gebeld. De begeleider pakte wat boekjes over egels uit de kast en legde die op tafel. Een paar kinderen stelden zich vragen; wat eten egels? hoe vrijen ze? En: hoe zit dat met die winterslaap? Ook op de computer werd e.e.a. opgezocht.  Zo ontstond heel spontaan een biologieles, begrijpend lezen, algemene kennis etc. De begeleider stond intuïtief open voor wat er op dat moment nodig was. Want als kinderen echt geboeid en betrokken zijn, kan er pas werkelijk geleerd worden.)

Methodes

De makers van lesmethodes hebben heel goed nagedacht over hoe kinderen zich bepaalde stof eigen kunnen maken. Dat is niet iets wat je steeds weer opnieuw hoeft uit te vinden. Bij sommige kinderen werkt het heel goed dat zij vanuit een bepaald ritme, binnen een structuur, stap voor stap stof tot zich nemen. Voor deze kinderen is het heel fijn om een gewone standaard methode door te werken. Maar ook hier geldt; blijf steeds aanvoelen en observeren. Is dit werkelijk een manier van leren die past bij dit kind en is het ook het juiste moment? Laatst kwam een jongen van 10 naar mij toe; hij zou gaan rekenen uit zijn boek: hij wilde op dat moment echt niet hij was met totaal andere zaken bezig. Ik had bij dit kind het idee dat het hem aanzetten om toch te gaan werken een averechts effect zou kunnen hebben. We maakten een afspraak dat hij later op de dag zou gaan werken in het boek. Dat gaf hem ruimte, en een paar uur later vond hij wel rust om zich te concentreren. Ook zeg ik vaak tegen kinderen: het boek is er voor jou, jij bent er niet voor het boek. Dus staan er veel rijtjes sommen, maar snapt het kind het eigenlijk al: dan sla je ze toch gewoon over. Of soms beginnen we bij de samenvatting, staat daar iets dat je niet begrijpt dan blader je even terug.

 Gevoel en verstand

Is intuïtief onderwijs dan zomaar op je gevoel afgaan? Ja en nee. Ik denk dat het belangrijk is dat je altijd open staat voor dat wat je waarneemt bij de leerling. Dit waarnemen kan je intuïtie noemen, maar het is ook heel aards: observeren, aanbieden, terugtrekken, vragen, luisteren. Daarnaast is kennis van zaken van belang. Ik zie het als een denkbeeldige rugzak die gevuld is met allerlei kennis, vaardigheden, ideeën , vermogens. Je haalt iets uit je rugzak op het moment dat je met leerlingen aan de slag bent, maar stopt het ook weer terug als je merkt dat het niet past. Dus niet je plannen doordrukken omdat het op het rooster staat of de inspectie vindt dat je het moet doen!

Zo zou ik vandaag met een meisje een kleurencirkel gaan maken. Toen we eenmaal samen zaten ontstond er een diepgaand gesprek over meditatie, je ziel, reïncarnatie, Jung, spiritualiteit, je schaduw etc. Een gesprek dat ons beide raakte; waarbij we schuurden, maar ook connectie maakten. De passer en verftubes verdwenen weer in mijn tas, die kleurencirkel komt wel een andere keer weer uit mijn rugzak; een moment dat ik aanvoel dat het het juiste moment is.

Loslaten en vertrouwen

Intuïtief onderwijs vraagt om durven vallen en opstaan, reflectie op je handelen, creativiteit om je plannen bij te stellen en aan te passen; om samen op weg te gaan. Het is een proces van loslaten en vertrouwen. Vertrouwen op je eigen wijsheid , maar vooral op de wijsheid van het kind. Vertrouwen op het volle leven; dat dát ons de juiste momenten en situaties biedt om te leren.

 

 

Posted in: blog schoolleider.